De Gegevensautoriteit Natuur heeft het geactualiseerde ‘Vleermuisprotocol2013’ vastgesteld. Het protocol is de standaard voor onderzoek naar soorten, aantallen en gebiedsfuncties van vleermuizen. Het beschrijft het vooronderzoek dat nodig is om de kans op aanwezigheid van vleermuizen vast te stellen. Het protocol is aangepast naar de meest recente wetenschappelijke inzichten, na evaluatie in de periode december 2012 tot maart 2013.De brancheorganisatie Netwerk Groene Bureaus (NGB) en de Zoogdiervereniging ontwikkelden in 2007 in overleg met de Dienst Landelijk Gebied (DLG) en de Gegevensautoriteit Natuur (GaN) het eerste protocol. Sindsdien wordt het protocol jaarlijks geactualiseerd.
Het Vleermuisprotocol heeft in de afgelopen jaren zijn nut bewezen. De organisaties zijn tevreden over de brede toepassing van het protocol bij ruimtelijke ingrepen. De wijzigingen van dit jaar zijn gebaseerd op ervaringen en recente wetenschappelijke inzichten. Zo zijn de kraamperioden in overeenstemming gebracht met de meest recente Europese literatuur die daarover verschenen is. De bezoeken kunnen hiermee over een langere periode worden gespreid. Tevens wordt hiermee het risico verkleind dat een vroeg of laat voorjaar in combinatie met koude- of regenperioden tot problemen leidt bij de planning van de veldbezoeken. Dit lijkt al voor het huidig voorjaar van pas te komen. De recente evaluatie heeft een aantal vereenvoudigingen opgeleverd en een aantal onderwerpen benoemd waar dit seizoen nader onderzoek voor zal plaats vinden. Een volgende evaluatie zal hiermee eventuele wijzigingen goed kunnen onderbouwen.
Het protocol voldoet aan de eisen die het bevoegd gezag stelt en biedt eenduidigheid over het begrip “gedegen onderzoek’’ uit de uitvoeringsregeling Flora- en faunawet. Het toepassen van het protocol geeft grote mate van zekerheid dat de Dienst Landelijk Gebied bij een ontheffingsaanvraag geen aanvullend inventarisatieonderzoek verlangt en dat een onderzoek stand houdt in een eventuele juridische procedure. In het bijzonder als de aanwezigheid van gebiedsfuncties voor vleermuizen volgens het protocol kan worden uitgesloten. Bij aantasting van hun leefgebied door bijvoorbeeld spouwmuurisolatie en sloop van gebouwen, zijn begeleidende maatregelen en een ontheffingsaanvraag voor de Flora- en faunawet nodig, waarvoor de gegevens uit een onderzoek volgens het protocol komen.
Het vleermuisprotocol wordt gezien als hulpmiddel voorde ecologisch geschoolde ervaren vleermuiswaarnemer. Het Netwerk Groene Bureaus verplicht zijn leden tot gebruik van het protocol. De Zoogdiervereniging voldoet bij haar eigen veldwerk aan het protocol en beveelt het gebruik ervan bij iedereen aan.
Het protocol is te vinden op de websites van het Netwerk Groene Bureaus en de Gegevensautoriteit Natuur.