Soortmanagementplan

Woningbouw, verschillende soorten gebiedsontwikkelingen en de noodzaak tot isolatie en renovatie van bestaande gebouwen in het kader van de energietransitie zorgt voor een grote opgave voor gemeenten en woningcorporaties. Deze ontwikkelingen zorgen mede voor een toename van ruimtelijke ontwikkelingen in Nederland. Naar schatting worden bij circa 200.000 woningen per jaar ingrijpende isolerende maatregelen toegepast die verstorend werken voor eventueel aanwezige beschermde soorten. Hierdoor verdwijnen in een heel snel tempo potentiële verblijfplaatsen voor de in de Omgevingswet beschermde huismus, gierzwaluw en gebouwbewonende vleermuizen.

Informatie over de vaste verblijfplaatsen van huismus, gierzwaluw en gebouwbewonende vleermuizen is van belang om deze soorten te kunnen beschermen en overtredingen van de Omgevingswet te kunnen voorkomen. Door de omvang van de opgave worden ruimtelijke ontwikkelingen over een bredere linie geïnitieerd waarbij effecten op huismus, gierzwaluw en gebouwbewonende vleermuizen van toepassing kunnen zijn op grote delen van gemeenten, gebieden of woningbezit van woningcorporaties.

Om invulling te geven aan de Omgevingswet bij de opgave van gemeenten en woningcorporaties wordt soortbescherming steeds meer vanuit een gebiedsgerichte aanpak bekeken. Dit uit zich bijvoorbeeld in het op grotere schaal uitvoeren van inventarisaties in gemeentes ten behoeve van de ontwikkeling van soortenmanagementplannen. Binnen deze onderzoeksmethodiek staat een grotere ruimtelijke eenheid centraal waarbinnen het leefgebied van diverse soorten in beeld wordt gebracht.

Scroll naar boven